1. Verwarm de oven voor op 210 graden.

Soesjes

1. Breng voor het soezenbeslag het water, melk, boter en een snufje zout aan de kook en voeg de bloem toe. Gaar de bloem op laag vuur en haal de pan van het vuur. Roer er één voor één de eieren door. Schep het beslag in een spuitzak met glad spuitmondje en spuit soesjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak de soesjes in circa 20 minuten goudbruin en gaar.

Bechamelsaus

1. Verhit de boter in een kleine pan. Voeg de bloem toe en roer circa 1 minuut door met een houten lepel totdat je een roux hebt. Laat de bloem nu circa 1 minuut garen. Deze is gaar zodra deze vet begint te scheiden. Schenk de melk erbij en roer met een garde tot een gladde (bechamel)saus. Laat circa 10 minuten zachtjes koken onder continu roeren. Breng op smaak met een beetje zout, versgemalen peper en nootmuskaat. Laat afkoelen

Mousse

1. Snijd de foie gras en de boter in stukjes. Doe de foie gras, ong 100 gr bechamelsaus en de boter in de keukenmachine, blender of bakje voor de staafmixer. Mix de ingrediënten. Is de mousse nog te dik voeg dan nog wat bechamelsaus toe. 

Afwerken

1. Snijd de soesjes doormidden. Vul een spuitzak met de mousse. Spuit de mousse in de soesjes en dek af met het kapje. Garneer eventueel met wat achtergehouden foie gras en deze in staafjes te snijden en in de mousse te steken.